Ze zou een échte ‘monkey’ zijn: slim, nieuwsgierig, eigenzinnig, met lef. Daarom reikte Monkey Inside-oprichter René van Dijk de Monkey Award 2018 onlangs uit aan Maaike Arns, directeur identiteit en markt van bouwbedrijf Van Wijnen. Ze was verrast maar herkent zich wel in de ‘monkey’-omschrijving. ‘Ik stel graag vragen, wil weten waarom, en ook: zou het anders, beter, kunnen? Ik vind het leuk om dingen uit te proberen. Als het een succes wordt, geeft dat een enorme kick.’
Maaike was de aanjager van grote veranderingen die de afgelopen drie jaar deel uitmaakten van het herpositioneringstraject dat René voor Van Wijnen heeft uitgevoerd. René: ‘Ze geeft vrijheid en is niet bang voor tegenspraak.’
Ze werken nu drie jaar samen. De merkpositionering en het merkbeeld van de grootste woningbouwer van Nederland liepen achter op de prestaties en Monkey Inside won de pitch die Van Wijnen had uitgeschreven om hier verandering in te brengen. Van Wijnen werd gepercipieerd als conservatief, een beetje stoffig en oubollig, vertelt René. ‘Maaike gaf mij de vrijheid om het redelijk rigoureus aan te pakken. Dat ging niet altijd zonder slag of stoot. Ik heb echt respect voor haar moed en gedrevenheid. Ze was ook nog eens de eerste vrouw in de directie en de bouwwereld is natuurlijk van oudsher een mannenbastion. In zo’n wereld een veranderaar zijn, dat vind ik heel knap. Haar achtergrond in humanresourcesmanagement heeft daar vast ook iets mee te maken. Maaike was eerder hoofd personeel en organisatie bij Van Wijnen en ze heeft een groot empatisch vermogen, ze kent de cultuur heel goed, ze kent ook veel mensen uit de regio en ze weet hoe je dingen gedaan krijgt.’
Wat vind je van deze persoonlijkheidsanalyse?
Maaike: ‘Haha. René kent me best goed! We zijn denk ik een beetje uit hetzelfde hout gesneden. Samenwerken met mensen als René geeft veel energie: we bedenken de gekste dingen. Om die terug te brengen naar proporties die realiseerbaar zijn en tegelijkertijd net gek genoeg, vind ik het allerleukst. Het mooie bij Van Wijnen is dat dit hier ook heel goed kan. Het maakt niet uit wat je doet of wie je hier bent, iedereen werkt met heel veel trots en betrokkenheid aan de klussen. Van de timmerman tot de directeur. Ik vind het mooi om daar onderdeel van te mogen zijn.’
Vandaar dat je het al bijna 16 jaar volhoudt?
‘Ja, ik ben afgestudeerd bij Van Wijnen. Dat had ik van tevoren ook niet kunnen bedenken! Ik begon hier ooit in een bijbaantje naast mijn studie bedrijfscommunicatie. Toen ik afgestudeerd was, vroegen ze of ik wilde blijven. Ik heb sindsdien op veel verschillende plekken en afdelingen in het bedrijf gewerkt, zowel in de regio als op het hoofdkantoor, zoals René ook al aangaf. Ik kan niet zo goed stilzitten en vind altijd een nieuwe uitdaging, daar komt het door.’
Wat is nu jouw uitdaging?
‘Zorgen dat we onze reputatie in de markt blijven waarmaken en de verwachtingen overtreffen. We hebben een mooie inhaalslag gemaakt. We staan nu bekend als een innovatieve club die dingen anders durft aan te pakken maar ook als een no-nonsense bedrijf, benaderbaar en menselijk.’
Kun je een voorbeeld geven van jullie ‘andere’ aanpak?
‘We hebben in 2015 onze missie en visie vernieuwd en opgeschreven. De uitdaging was om die missie en visie vervolgens in de praktijk tot leven te brengen. Provada, de grootste vastgoedbeurs in Nederland, bood een mooie kans om te laten zien waar Van Wijnen voor staat en wie we zijn. Samen met René hebben we een stand ontwikkeld waar geen enkel project te zien was omdat we hem hadden ingericht als een inspirerende ontmoetingsplek – we hebben daar veel interessante gesprekken gevoerd en onze klanten het podium gegeven. In de dagen van de opbouw liep ik met een collega over de beursvloer en overal zagen we dat men projecten liet zien. We keken elkaar aan en vroegen ons af: was het wel een goede beslissing om het anders te doen? En we vonden dat het een goede beslissing was geweest.
‘Het gaat mij er niet om de dingen anders te doen om het “anders dan anderen” te doen, het gaat mij erom dat je op een oorspronkelijke manier meer recht doet aan wie je bent. Je verhaal vertellen werkt het beste als je zo dicht mogelijk bij jezelf blijft. Anders wordt het een corporate bedrijfsverhaal. Eigenlijk verrassend eenvoudig, maar niet altijd makkelijk.’
Wat is de missie van Van Wijnen?
‘Samen bouwen we aan ruimte voor een beter leven. Dat is onze belofte. Alles wat we doen, doen we uiteindelijk voor mensen die wonen, werken of verblijven in de gebouwen en plekken die wij maken. In onze marketingcommunicatie hebben we het dan ook liever over hoe wij van betekenis zijn voor deze mensen dan over de projecten zelf.
‘En als je gelooft in samen bouwen aan ruimte voor een beter leven, moet je in de volle breedte nadenken over de impact die je als bedrijf hebt op het leven van mensen. De bouw is bijvoorbeeld nog steeds een van de sectoren met een grote negatieve impact op het milieu. Wat gaan we daaraan doen? Het begint met het creëren van inzicht en daarna: aan de slag. Klein beginnen en stap voor stap actie ondernemen.’
Vind je het zelf een issue dat je de enige vrouw bent in de directie en een van de weinige topvrouwen in de door mannen gedomineerde bouwwereld?
‘Ik vind dat bijna een non-issue zo langzamerhand. De bouwwereld is traditioneel een mannenwereld ook omdat mannen, tot nu toe althans, vaker kiezen voor een technische opleiding dan vrouwen. Je zou kunnen zeggen dat vrouwen over het algemeen anders denken en andere eigenschappen inbrengen dan mannen, maar ik ben vooral geïnteresseerd in anders-denkers en anders-doeners, of het mannen of vrouwen zijn maakt mij niet uit. Ik vind het daarom interessanter om het te hebben over hoe mensen met een niet-technische achtergrond of een andere culturele achtergrond beter vertegenwoordigd worden in onze sector. Je zou er als bedrijf naar moeten streven een afspiegeling te zijn van onze pluriforme samenleving.’
Hoe zorg jij dat je mensen meekrijgt in de verandering?
‘Ik denk door met respect de verbinding te leggen tussen dat wat er is en daar waar we naartoe willen. Daarbij kijk ik niet zozeer naar tegenstellingen, maar ga ik op zoek naar de overeenkomsten. Ik kijk naar wat er nodig is om mensen te helpen de beweging naar voren te maken, zodat deze ook beklijft. Maak het aantrekkelijk en vooral niet onnodig ingewikkeld. De beweging gaat misschien niet altijd in het tempo dat ik zou willen, maar gelukkig heb ik een goed uithoudingsvermogen en laat ik me niet snel uit het veld slaan. En een beetje mee bewegen is soms ook goed, zo lang je maar niet het doel uit het oog verliest. Ik geloof heel erg in de kracht van mensen en het samen dingen bedenken én voor elkaar krijgen.’